De ene sportklimmer is de andere niet

2024
2
Boulder

Klimmen is een uitdagende sport die je hele lichaam doet werken, zowel fysiek als mentaal. De sport bestaat uit verschillende disciplines met elk hun uitdagingen en technieken. De opleidingen van de KBF-clubs geven je de nodige kennis om met de sport te beginnen. Je bouwt aan je zelfstandigheid als klimmer én aan je skills als zekeraar.

In samenwerking met de clubs werd een systeem van klimvaardigheidsbewijzen ontwikkeld, kortweg de kvb’s genoemd, om klimmers in een duidelijk opleidingstraject te laten groeien in de sport.

Wat houden de disciplines juist in, en welke regels worden er binnenkort toegepast op de Olympische Spelen? We spitten het even voor je uit.

Maya Dendoncker

Boulder

Korte muren, dikke matten

Bij klimmen denk je misschien aan een touw, een klimgordel en adembenemende hoogtes, maar dat is bij boulderen nét niet het geval. Anders dan bij lengteklimmen zijn de muren een stuk lager en gaan ze max. tot 5 meter hoog. Een gordel en touw zijn hier dus overbodig. Als je valt, dan ligt er onderaan de klimmuur een dikke valmat om je op te vangen. Omdat de routes korter zijn, wordt de intensiteit van de bewegingen opgedreven. Er komt veel kracht, vormspanning en vindingrijkheid van de sporter bij kijken. Best pittig dus. Spektakel en sensatie verzekerd!

Hoewel je voor boulder dus geen kennis van zekertechnieken of knopen moet hebben, moet je toch het één en ander weten voor je begint. Een goede oefening van je valtechnieken is onontbeerlijk om blessurevrij van deze sport te blijven genieten. Verder zijn er enkele basisregels waaraan je je moet houden in de boulderzaal om het voor iedereen veilig te houden, inclusief jezelf.

Het moet gezegd worden dat boulderen er de laatste jaren een stuk anders is gaan uitzien. De sport is er dynamischer en acrobatischer op geworden. Boulderaars springen en zwaaien van greep naar greep, en vaak wordt het een kwestie van snelle bewegingen elkaar laten opvolgen om die dan op tijd te weten afremmen. Hiermee wordt boulderen steeds meer een discipline op zich en gaat het zich meer en meer onderscheiden van het lengteklimmen.

Wat heb je nodig?

Klimschoenen, eventueel magnesium of ‘pof’ (pluspunten voor wie hier zuinig mee omspringt) en een borsteltje.

Tijd voor een wedstrijdje

In het professionele competitiecircuit is er per boulderroute een jurylid aanwezig die nakijkt of de klimmer alles volgens de regels van de kunst doet.

De startgrepen duiden aan welke punten aangeraakt moeten worden bij het begin van de route. Zodra je deze punten aanraakt en je niet langer op de mat staat is je eerste poging begonnen. De startgrepen dienen verplicht gebruikt te worden en zijn aangeduid met vier markeringen. De klimmer mag zelf invullen hoe hij deze vier punten over handen en voeten verdeeld. In de uitvoering nemen de klimmers meestal dezelfde positie aan, al is ‘thinking outside the box’ zeker een pluspunt.

Tijdens de Olympische Spelen worden de routes in twee zones opgedeeld. De eerste ‘low zone’, is goed voor 5 punten. De tweede ‘high zone’ staat voor 10 punten.

Een boulderroute is pas volledig geklommen als je de laatste greep gecontroleerd kan aanraken (niet perse vasthouden) met twee handen. In Parijs verdien je daar 25 punten mee. Per poging dat het je kost om de route te klimmen worden er 0,1 punten afgetrokken van je totaal. In totaal zullen er 4 boulderroutes opgesteld worden tijdens de finale. Er vallen hier dus maximum100 punten te scoren.

De International Federation of Sport Climbing waakt over een duidelijke set regels binnen de verschillende disciplines. Meer info over de regels, wedstrijden en atleten vind je op www.ifsc-climbing.org

Boulder lead speed disciplines Copyright ©Annelore Orije / Klim-en bergsportfederatie
Boulder lead speed disciplines Copyright ©Annelore Orije / Klim-en bergsportfederatie
 

 

Toprope

Hoge muren, touw hangt in de route

In de lengtezaal zijn de muren een stuk hoger en wordt je gezekerd a.d.h.v. een touw. Een goede kennis van knopen en zekeren is dus een must. Met een initiatie of KVB1-cursus leer je de basis van het klimmen.

Bij topropen hangt het touw reeds in de route met behulp van een omlooppunt bovenaan de klimmuur. Aan het ene eind maakt de klimmer zich vast, en aan het andere uiteinde gaat het touw door een zekertoestel dat met een karabiner is vastgemaakt aan de gordel van de zekeraar.

Tijdens een KVB 1-cursus leer je veilig klimmen, toprope zekeren met verschillende zekertoestellen en de basis van het klimmateriaal. Wanneer je deze opleiding succesvol hebt afgerond, ontvang je het klimvaardigheidsbewijs 1 of KVB 1. Op onze website vindt je een overzicht van in welke klimclubs je zo’n cursus kan volgen: www. klimenbergsportfederatie.be/overzicht-klimopleiding-kvbs

Wat heb je nodig?

Klimschoenen, gordel, zekertoestel, eventueel magnesium of ‘pof’ (pluspunten voor wie hier zuinig mee omspringt) en een borsteltje. En ook… een klimpartner. Heb je nog geen klimpartner? Dan vind je tijdens een KVB-cursus vast iemand waarmee het klikt.

 

Lead of voorklimmen

Hoge muren, touw zelf in de route te hangen

Bij voorklimmen hangt het touw nog niet in de route, maar breng je het zelf naar boven. Gaandeweg clip je het touw in ankerpunten aan de muur met behulp van setjes. In veel klimcentra hangen al setjes in de voorklimroutes. Als dat niet zo is, moet je zelf setjes in de haken hangen.

Voorklimmen brengt meer risico’s met zich mee dan toprope klimmen. De vallen die je als voorklimmer kunt maken zijn groter dan bij topropen en de technieken zijn complexer. Voorklimmen vraagt constante oplettendheid van zowel voorklimmer als zekeraar, ook wanneer je ervaren bent. Bij klimmen ben je als zekeraar en klimmer altijd samen verantwoordelijk voor de veiligheid. Indoor voorklimmen is ook een goede voorbereiding op rotsklimmen. De technieken van het voorklimmen worden je aangeleerd in een cursus KVB2. Opnieuw kan je terecht op onze website voor meer info over waar je zo’n cursus kan volgen: www.klimenbergsportfederatie. be/overzicht-klimopleiding-kvbs

In de meeste klimzalen in België kan je echter niet zomaar komen voorklimmen. Omdat je val bij het voorklimmen aanzienlijk meer risico’s inhoudt, bieden de meeste klimzalen enkel toprope aan. Op bepaalde plaatsen kan het wel, bijvoorbeeld in Klimzaal Klimax, Klimzaal Bleau, Olympia, enz. Vele andere klimzalen bieden de optie ook aan, maar vaak enkel tijdens de rustigere uren in de klimzaal en niet in elke route.

Wat heb je nodig?

Al het materiaal zoals bij toprope, je eigen touw en soms setjes.

Lead op de Olympische Spelen

Voorklimmen, of lead, is de oudste discipline en de bekendste vorm van competitieklimmen. Het doel is om in één poging zo hoog mogelijk te klimmen. Wie uitglijdt, valt of zich niet langer aan de muur kan vasthouden, beëindigt daarmee zijn poging.

De route is technisch complex en minimum zo’n 15 meter lang. Bij competities wordt de moeilijkheid opgedreven naarmate de route vordert. Vooral in de laatste 5 meter is het voor de klimmer loodzwaar om aan de muur te blijven.

In de discipline lead is het alles of niets. Je krijgt één poging in één route die geleidelijk aan moeilijker wordt in niveau. Hoe moeilijk? Naar schatting bouwt het niveau op tot 8C+/9A tegen het einde. In het vrouwenklassement mag je er 1 niveautje af doen, dus 8B/8C. Des te hoger je kan klimmen in de route, des te meer punten je scoort. Wie de top behaalt scoort het maximum van 100 punten.

Bassa Mawem ©IFSC

 

Speed of Snelheidsklimmen

OM TER SNELST NAAR BOVEN

Een discipline die voor zich spreekt: snelheid is de boodschap. Je klimt een gestandaardiseerde route in een zo kort mogelijke tijd. Deze routes zien er wereldwijd hetzelfde uit, wat het de atleten makkelijker maakt om zich aan elkaar te meten. Het niveau van deze route is ongeveer 6a+/6b op een 5° overhangende muur.

‘Om de muren van op te lopen.’ Aan de speedwand hangt een geautomatiseerd zekeringstoestel dat jou tijdens een val rustig laat zakken. Je kan dit dus alleen doen, maar met een tegenstander is het altijd leuker.

Voor de start van de route moeten de atleten één voet op een drukplaat houden onderaan de route. Die drukplaat meet of de atleten geen valse start maken. Pas na het biepsignaal mag er vertrokken worden. Vliegensvlug banen de klimmers zich een weg naar boven, om zo snel mogelijk de knop bovenaan de route in de drukken. Pas dan stopt de timer.

Tijdens de Olympische Spelen zullen er 14 atleten het tegen elkaar opnemen voor de gouden medaille. Beginnend met de kwalificatieronde krijgt elke klimmer twee pogingen in de speedklimroute. Hun beste tijd telt mee voor de ranking.

In de eliminatieronde wordt de eerste in de ranking tegenover de 14e gezet voor een race. De 2e klimt tegen de 13e enzoverder. Zo blijven er na de eliminatie nog 7 atleten over. Om dat getal terug even te maken mag de snelste verliezer van de kwalificatieronde ook nog mee naar de tweede set races.

Opnieuw klimt de eerste tegen de laatste in het klassement. Hieruit vloeien vervolgens 4 winnaars. Zij racen opnieuw tegen elkaar, waarna er 2 winnaars en 2 verliezers overblijven. De verliezers racen tot slot voor de bronzen medaille, waarna de winnaars racen voor het goud en zilver.

De atleten moeten zo in totaal 6 keer hun beste beentje voorzetten voor ze het goud kunnen bemachtigen. Wie daarbij een valse start maakt wordt meteen gediskwalificeerd van de competitie.

Het wereldrecord speedklimmen staat momenteel op naam van Veddriq Leonardo bij de mannen. Hij klom tijdens de World Cup in Seoul 2023 de route in 4,90 seconden. Bij de vrouwen is Aleksandra Miroslaw uit Polen de snelste met een tijd van 6,24 seconden.

Aleksandra Miroslaw ©IFSC

 

Sportklimmen op de Olympische Spelen

Voor de disciplines boulder en lead is er maar één set medailles voorzien. De atleten moeten er dus op toezien dat ze in beide disciplines goed presteren. Voor de speedklimmers is er een aparte set medailles, en zal je daar dus totaal andere atleten aan het werk zien.

Binnen Belgian Climbing Team zijn er vier atleten die nog een ticket voor de Spelen proberen te bemachtigen. Hiervoor zijn de Olympic Qualifier Series hun laatste kans. Noteer 16-19 mei en 20-23 juni alvast in je agenda om te supporteren voor Hannes Van Duysen, Simon Lorenzi, Nicolas Collin en Chloé Caulier.

PLANNING OLYMPISCHE SPELEN

  • Maandag 5 augustusMen's Boulder & Lead semi-final, Boulder roundWomen's Speed qualification

  • Dinsdag 6 augustusWomen's Boulder & Lead semi-final, Boulder roundMen's Speed qualification

  • Woensdag 7 augustusMen's Boulder & Lead semi-final, Lead roundWomen's Speed final

  • Donderdag 8 augustusWomen's Boulder & Lead semi-final, Lead roundMen's Speed final

  • Vrijdag 9 augustusMen's Boulder & Lead final

  • Zaterdag 10 augustusWomen's Boulder & Lead final

 

 

Ethan Zilz (links), Frederik Leys (midden), David Kammerer (rechts) in Salt-Lake-City ©IFSC

 

Paraklimmen

Klimmers met een fysieke beperking

Paraklimmen is misschien wel dé spectaculairste vorm van klimmen. In deze discipline nemen mensen met een fysieke beperking het tegen elkaar op in verschillende categorieën. Er zijn 3 grote categorieën die telkens op hun beurt worden onderverdeeld in B, AU/AL en RP.

De blinden en slechtzienden worden geplaatst in categorie B . Deze is opgedeeld in atleten die geheel blind zijn (B1) tot slechtziend (B2 of B3). Voor hun classificatie moeten de atleten vaak een oogmeting doen om te bepalen in welke categorie ze thuishoren.

De AU/AL-categorie classificeert atleten die een amputatie hebben of hun ledenmaten (deels) niet kunnen gebruiken. Ze worden opgedeeld in Amputee Upper of Amputee Lower, AU/AL dus. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen mensen die een hand missen (AU2) of enkele vingers (AU3). Hetzelfde geldt voor de AL-categorie AL1 zijn atleten die beide benen niet kunnen gebruiken. Onder AL2 verstaat IFSC atleten die één been niet kunnen gebruiken. Ook atleten met een prothese behoren tot die laatste categorie.

Tot slot is er de RP-categorie . ‘Limited range of power, motion or stabiliy’ voor atleten die niet onder de bovenstaande categorieën vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om mensen met spasmes, een neurologische aandoening of een spierziekte. De categorie is opnieuw in drie subcategorieën opgedeeld waarvan de zwaarste categorie RP1 is.

In totaal zijn er dus 10 categorieën om de paraklimmers in onder te verdelen. Zo’n doorgedreven classificatie lijkt misschien hard voor de atleten, maar het is de enige manier om zeker te zijn van een zo eerlijk mogelijke competitie.

In België hebben we op dit moment 2 paraklimmers die op het hoogste niveau presteren. Frederik Leys (AL2) en Pavitra Vandenhoven (RP1) hebben beide al verschillende medailles gehaald in het wereldcircuit.

Paraklimmen is op dit moment helaas nog geen paralympische sport, maar de kans is groot dat daar verandering in komt voor de Paralympische Spelen in Los Angeles in 2028.

Pavitra Vandenhoven ©IFSC

Francisco Javier Aguilar Amoedo ©IFSC

 

Meer info over het Belgian Climbing Team vind je hier.

Meer info over de discipline Sportklimmen vind je hier.