DUURZAME MATERIALEN GIDS Deel 2/3 - nylon, polyester, biosynthetische stoffen en celluloze vezels
DUURZAME MATERIALEN GIDS
Deel 2/3 - nylon, polyester, biosynthetische stoffen en celluloze vezels
We zetten onze reeks verder. In de vorige Monte bespraken we de duurzaamheid van leder, veganistisch leder, katoen en organisch katoen. In deze editie doen we door met andere grondstoffen, zijnde nylon, polyester (al dan niet gerecycleerd), bio synthetische stoffen en de moeilijk te vertalen ‘cellulosics’ of cellulose-achtige stoffen.
NYLON
Nylon is de populaire naam voor polyamide. Het is ’s werelds oudste synthetische textielvezel (°1930) en is tegelijkertijd ontwikkeld geweest in New York en Londen, vandaar de naam. Niet alleen is het de eerste synthetische vezel die op grote schaal is vervaardigd, het is ook nog steeds één van de meest slijtvaste op de markt. Als gerecycleerd nylon mainstream zou kunnen worden, belooft het een van de meest duurzame en ecologische spelers te zijn.
Wat is nylon exact en waar komt het vandaan?
Zoals hierboven reeds aangehaald is nylon (of polyamide) een synthetische vezel, eigenlijk een soort plastic, verkregen uit ruwe aardolie. Het is dus een petroleumderivaat. Na enkele chemische processen wordt het een vezel die elastisch en sterk is. In verhouding tot zijn eigen gewicht is het zelfs sterker dan staal. Het wordt hoofdzakelijk gefabriceerd in China, dat instaat voor zo’n 12% van de wereldwijde textielproductie.
Wat is de belangrijkste milieu- en gezondheidsimpact van nylon?
Aangezien het een petroleumderivaat is, hangt het samen met alle negatieve aspecten die aardolie heeft op onze planeet. Met name de klimaatsverandering, maar ook lucht- en waterverontreiniging. Daarnaast is er voor de productie ervan zeer veel water en energie nodig. Tijdens dit productieproces komt bovendien ook nog eens N2O vrij (lachgas), dat naast CO2 (koolstofdioxide) en CH4 (methaan) het derde belangrijkste broeikasgas is. Als vierde en laatste, is nylon tenslotte niet biodegradeerbaar. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de vervuiling van mariene ecosystemen onder de vorm van pollutie door microfibers.
Zijn er meer duurzame opties te verkrijgen op de markt?
In theorie wel, in de praktijk lijkt dit vooralsnog moeilijker. Er wordt gekeken naar het gebruik van andere basisgrondstoffen zoals bijvoorbeeld castorolie in plaats van aardolie, maar dit gebeurt absoluut nog niet op grote schaal. Veel belangrijker is het feit dat nylon gerecycleerd kan worden en ook vervaardigd kan worden uit andere gerecycleerde materialen. Sommige regenjassen bestaan tegenwoordig voor een zeer groot deel uit gerecycleerde plastic flessen. Ook visnetten worden vaak gebruikt om er nylon van te maken. Op die manier wordt er niet alleen veel energie bespaard, maar bekomt men ook een reductie van wel 50% op de uitstoot van broeikasgassen. Enige nadeel is dat het redelijk duur is om te implementeren en ook niet zo gemakkelijk om te doen. Vooral omdat de collectie-infrastructuur nog niet op punt staat. De lus is niet gesloten. Zelfs al er van flessen of netten een jas wordt gemaakt, zal die jas na verloop van tijd waarschijnlijk alsnog op een vuilnisbelt of in een verbrandingsoven eindigen, terwijl ze net zo goed dus nog eens gerecycleerd zou kunnen worden. Samen met de vervuiling door microvezels (wat ook gebeurt met een product bestaande uit gerecycleerd nylon) is het ontbreken van een volledige ‘recyclage-lus’ de grootste uitdaging om van nylon een duurzamer product te maken. Gelukkig ondernemen bijna alle outdoor bedrijven jaar na jaar stappen in de goede richting.
Momenteel zijn er twee min of meer bekende controlecertificaten op de markt. Zowel de ‘Recycled Claim Standard’ als de ‘Global Recycled Standard’ proberen na te gaan uit hoeveel gerecycleerde materialen een eindproduct bestaat. Deze laatste gaat iets verder en kijkt ook naar het gebruik van chemicaliën, de algemene milieu-impact en verantwoordelijke sociale werkomstandigheden. In de praktijk echter, zul je deze logo’s nauwelijks geafficheerd zien op kleding labels.
POLYESTER & GERECYCLEERD POLYESTER
Wat is (gerecycleerd) polyester en waar komt het vandaan?
Polyester is een synthetische vezel afkomstig uit de petrochemie (en dus net zoals polyamide een petroleumderivaat – of met andere woorden, afkomstig uit aardolie). Gerecycleerd polyester is hoofdzakelijk afkomstig van gerecycleerde drinkflessen (PET-flessen), maar kan ook uit andere producten vervaardigd worden. Vaak zijn dit restjes of overschotten uit andere industrieën. In beide gevallen krijg je een basisproduct dat helder is, sterk, tegelijkertijd zeer flexibel en toch vormvast en zeer duurzaam. Bovendien beschikt het over zeer goede hydrofobe (waterafstotende) eigenschappen en is het niet biodegradeerbaar. Dit laatste is nefast als het in de natuur terecht komt als afval, maar gelukkig is het wel 100% recycleerbaar en kan het blijven gerecycleerd worden.
Wat zijn de voordelen op vlak van duurzaamheid van gerecycleerd polyester?
Voor de productie en verwerking van vele natuurlijke vezels is vaak veel land nodig, maar ook water, energie en chemicaliën. Op dat vlak heeft polyester eigenlijk al een heel duurzaam profiel, maar gerecycleerd polyester gaat nog een heuse stap verder.
Twee dingen zijn hierbij heel belangrijk. Een afvalproduct wordt omgezet in een grondstof en deze grondstof kan oneindig gerecycleerd worden.
Er wordt dus voor gezorgd dat een heel deel afval verdwijnt uit verbrandingsovens en storten en dat het ook minder gemakkelijk zal eindigen als zwerfvuil. Het is immers geld waard. Bovendien wordt zo ook een heel deel koolstof vastgehouden. Deze stof zou anders terug vrijkomen bij verbranding, maar wordt nu ‘vastgehouden’ in een product dat daarna opnieuw gerecycleerd kan worden, waardoor het vastgehouden blijft.
De productie van gerecycleerd polyester reduceert het energieverbruik tot 50% en CO2-emissies met bijna 60% in verhouding tot de productie van nieuw polyester. Daarnaast is er minder land-, lucht- en waterverontreiniging én is er minder nood aan ruwe aardolie.
Tenslotte kan polyester dus oneindig gerecycleerd worden zonder dat er een minderwaardig eindproduct uitkomt.
Dit alles betekent dat als men er in zou slagen om een nog efficiënter ophaal- en recyclagesysteem op poten te zetten, polyester misschien wel de grootste kanshebber is om een ‘gesloten lus’ te creëren, die een enorme vermindering aan afval en benodigde energie zou teweegbrengen. Het is een van de grootste kanshebbers om de meest duurzame grondstof te worden.
Klinkt dit te goed om waar te zijn?
Voorlopig wel. Wat in theorie klopt, lijkt in de praktijk voorlopig weinig haalbaar op grote schaal. In vele westerse landen worden plastic flessen gerecycleerd, maar wereldwijd is dit nog een absolute minderheid. Hetzelfde geldt voor het vergaren en recycleren van oud textiel. Vaak gaat het hier bovendien om mengelingen waarbij polyester bijvoorbeeld samen met katoen verwerkt is en dan vervalt de recyclagemogelijkheid. Ook de aanwezigheid van ritsen en knoppen bemoeilijkt dit proces.
Daarbij komt nog dat een aanzienlijk deel van de vervuiling van mariene milieus door microvezels veroorzaakt wordt door polyester. Of deze nu gerecycleerd is of niet, maakt in deze geen verschil. En dan is er natuurlijk het feit dat het een petroleumderivaat is en dat daar nu eenmaal veel negatieve neveneffecten aan vasthangen.
Veel van deze problemen echter zijn niet onoverkoombaar en wel technisch haalbaar. De duurzaamheidsvoordelen van gerecycleerd polyester zijn veel groter dan de eraan verbonden risico’s. Dit is absoluut een weg die fabrikanten van outdoortextiel moeten en zullen bewandelen. De meesten doen het zelfs al.
Net zoals bij gerecycleerd polyamide bestaan ook hier de ‘Recycled Claim Standard’ en de ‘Global Recycled Standard’, die je als klant op labels echter nauwelijks zult terugvinden.
BIOSYNTHETISCHE STOFFEN
Wat zijn biosynthetische stoffen?
In essentie zijn dit stoffen die geheel of gedeeltelijk vervaardigd zijn uit hernieuwbare biologische bronnen, meestal biomassa (zoals bijvoorbeeld maïs, suikerriet, rode biet, plantenolie, riet en houtsnippers). Deze ruwe grondstoffen ondergaan daarna dan een chemische behandeling waarbij uiteindelijk polymeren gecreëerd worden (lange ketens van grote moleculen). Deze polymeren worden daarna gesponnen, geweven of gehaakt tot textiel. Vaak worden deze afgewerkte biosynthetische vezels gemengd met andere synthetische stoffen (afkomstig uit de petroleumindustrie) om een sterker of een flexibeler geheel te krijgen.
Wat zijn de duurzaamheidsvoordelen van biosynthetische stoffen?
Het grootste voordeel is het feit dat deze producten geheel of gedeeltelijk vervaardigd zijn uit hernieuwbare biologische grondstoffen. Hiermee omzeilen ze dus een heel groot deel van de negatieve impact van de petroleumindustrie.
Het grootste nadeel is het feit dat de meeste van deze stoffen niet of nauwelijks recycleerbaar zijn. Enkel bio polyethyleen (meestal gebruikt in verpakkingsmateriaal) is hierop een uitzondering, maar in de praktijk bestaan hiervoor geen inzamelpunten of recyclagecentra. Deze producten zijn allemaal echter relatief nieuw op de markt en daarmee is het dus nog onduidelijk hoeveel en hoe gemakkelijk deze producten in de nabije toekomst zouden kunnen gerecycleerd worden. Er is nog te weinig onderzoek naar gedaan.
Wat is de potentiële impact van biosynthetische stoffen op het milieu?
Deze vraag valt moeilijk te beantwoorden, omdat veel er van afhangt van hoe en waar de basisgrondstof verkregen wordt. Of om het met een (zeer negatief) voorbeeld te schetsen: In Brazilië wordt regenwoud gekapt om er in de plaats een monocultuur van suikerriet te zetten. Dit suikerriet wordt daarna verwerkt tot ethanol en bio-polyethyleen, maar het gebeurt wel in een fabriek die gedreven wordt op basis van de verbranding van steenkool. Daarna worden deze grondstoffen verscheept naar China, waar ze verwerkt worden tot producten die weer verscheept worden naar Europa… De opgetelde negatieve impact kan gemakkelijk veel groter zijn dan het voordeel. Bovendien kan de grond die hiervoor nodig is, om dat suikerriet te kweken, nu niet langer bezet worden door land waar voedingsgewassen geteeld worden. Hierdoor is er minder voedsel aanwezig en zullen ook de voedselprijzen stijgen.
Positief in dit verhaal is dan weer wel dat vele biosynthetische productieprocessen nog in volle ontwikkeling zijn en dat er nu vooral gekeken wordt naar het gebruik van biologisch restafval als grondstof. Dit restafval zou anders toch maar op een vuilnisbelt verdwijnen. Het is dus een proces dat zeker zijn nut zal hebben in de toekomst, maar eerder onder deze laatste vorm. Ook algen zouden hiervoor kunnen dienen.
Omdat deze stoffen relatief nieuw zijn, zijn er nog niet echt labels op de markt te vinden. De ‘International Organization for Standardization’ (ISO) is wel bezig met normeringen op punt te stellen. En verder is er sinds 2016 ook de ‘Textile Exchange Biosynthetics Round Table’, die bezig is een soort kader te ontwikkelen om de textielindustrie te helpen betere beslissingen te nemen over het aangewezen gebruik van biosynthetische stoffen. Als klant zul je hiervan echter weinig merken in de praktijk.
CELLULOSE VEZELS & VARIANTEN (de cellulosics)
Wat zijn dit en waar komen ze vandaan?
Deze vezels omhelzen een heel scala aan semisynthetische materialen die hoofdzakelijk afkomstig zijn uit snelgroeiende bomen en planten zoals bijvoorbeeld eucalyptus, beuk, den, bamboe, soja en suikerriet. De pulp van deze vermalen bomen en planten wordt daarna chemisch opgelost tot een soort pap waarvan daarna dan cellulose-achtige vezels gemaakt worden. Ook al worden ze dus oorspronkelijk gemaakt uit volledig natuurlijke producten, ze moeten wel nog steeds een niet onaanzienlijk chemisch proces ondergaan vooraleer je ze als een kledingstuk kunt dragen. Enkele van de bekendste ‘cellulosics’ zijn Viscose, Rayen, Lyocell, Tencel…
Wat is de milieu impact van deze ‘cellulosics’?
Net zoals bij biosynthetische stoffen is het ook hier moeilijk om te generaliseren. Alles hangt immers van de beginvezel af en de manier hoe deze geproduceerd en verworven wordt. Ook al is het waar dat de basisgrondstoffen van deze ‘cellulosics’ hernieuwbaar en biologisch zijn, dat maakt ze niet per se duurzamer.
Cellulose verkregen uit houtpulp bijvoorbeeld heeft een enorme impact op ecosystemen en biodiversiteit. Niet minder dan 150 miljoen bomen worden jaarlijks gekapt om viscose te verkrijgen. Bovendien dienen veel van deze cellulosics een chemische behandeling te ondergaan waar veel toxische producten aan te pas komen en geproduceerd worden. Een heel groot deel van de duurzaamheid van deze producten hangt dus vooral af van de plaats waar deze gemaakt worden en de daarmee samenhangende werkomstandigheden en milieuvoorwaarden. Er komen immers vaak schadelijke chemicaliën vrij die terug opgevangen dienen te worden in plaats van vrijgelaten in de lucht of in waterwegen.
Zijn er meer duurzame alternatieven beschikbaar?
Ten eerste kan men in het voordeel van deze ‘celluloscis’ zeggen dat al deze stoffen hernieuwbaar, recycleerbaar en biodegradeerbaar zijn. Dit betekent dus ook dat ze koolstof vasthouden en hiermee kunnen instaan voor een tragere opwarming van het klimaat.
Bovendien kunnen veel van deze basisgrondstoffen goed beheerd worden (bos- en kapbeheer) en is er nog zeer veel mogelijk in termen van het maken van cellulosics uit biologisch restafval uit andere industrieën. Afval dat anders toch maar zou verdwijnen op storten of in verbrandingsovens.
Het is vooral de chemische impact bij de verwerking die de grootste hoofdbreker is. Meer en betere controle is hier vooral aan de orde. Enkele van de beste vezels op de markt waarvan je zeker kan zijn dat ze het gebruik en de verwerking van hun chemicaliën onder controle hebben, zijn: Spinnova, Modal, Tencel en Lenzing Lyocell.
Enkele belangrijke labels om hierbij in het oog te houden zijn FSC, PEFC en het EU Ecolabel. FSC is voor de meeste mensen al langer bekend. De letters staan voor Forest Stewardship Council en staat vooral in voor het wereldwijd ‘managen’ van een duurzaam kapbeheer. PEFC staat voor Program for the Endorsement of Forest Certification en staat ook in voor duurzaam bos- en kapbeheer. Het EU Ecolabel tenslotte is een label van de Europese Commissie dat ‘environmental excellence’ uitstraalt. Meer info hierover op www.ecolabel.eu .
Tekst Arne Monstrey (vertaling Suston Magazine) / Foto's © SUSTON - Illustrator Kiki Fjell